Omschrijving

Het programma omvat het sociale domein. Wat wetgeving betreft wordt met name gedoeld op de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet. Ook het jeugd- en jongerenwerk en het welzijnswerk zijn onderdeel van dit programma.

Totaal kent dit programma 16 prestaties waarvan 15 groen en 1 rood.
Op de groene prestaties wordt geen nadere toelichting verstrekt (zie Inleiding en leeswijzer).

Prestaties voorgaande jaren

7.4 Toekomstgericht welzijnsbeleid 2017 - 2020VoortgangRealisatieBudgetToelichting
1e BestuursrapportageIn afstemming met de participatieraad een klantenpanel oprichten.0%
Toelichting

De participatieraad heeft aangegeven dat zij het lastig vindt om direct betrokken te zijn bij een subsidie regeling van de gemeente. Zij heeft daarom besloten geen invulling te geven aan het klantenpanel. Wij gaan uw raad informeren over een alternatieve invulling van het klantenpanel en betrekken dit bij de evaluatie van deze subsidieregeling (verwachting juni 2018 in de raad).

2e BestuursrapportageIn afstemming met de participatieraad een klantenpanel oprichten.0%
Toelichting

De participatieraad heeft aangegeven dat zij het lastig vindt om direct betrokken te zijn bij een subsidie regeling van de gemeente. Zij heeft daarom besloten geen invulling te geven aan het klantenpanel. In juni 2018 heeft uw raad besloten om verder geen invulling te geven aan het klantenpanel.

Incidentele financiële afwijkingen

7.1 Begeleidende participatie SW Voordeel € 20.000
Vanuit de Stichting Dalfsen Werkt worden (via Larcom) werknemers gedetacheerd. De opbrengsten van deze detachering overstijgen de kosten voor begeleiding. Het verwachte voordeel over 2018 bedraagt € 20.000. Voorgesteld wordt de begroting hierop aan te passen.

7.2 Sociale werkvoorziening SDW Voordeel € 108.000
Dit voordeel betreft het lage inkomensvoordeel (LIV) voor de werknemers met een SW status die werkzaam zijn bij of via Larcom of Wezo. Het LIV is een regeling vanuit de Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) die op 1 januari 2017 is ingegaan. Het is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers vanaf 22 jaar in dienst hebben met een laag loon en voor een bepaalde urenomvang. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever. Het recht op en de hoogte van het LIV wordt vastgesteld in het jaar na het kalenderjaar waarover het LIV wordt berekend. Het LIV is nu voor de eerste maal toegekend. Vanwege een dalend aantal werknemers met een SW status, een dalend aantal arbeidsuren per werknemer en stijgende CAO lonen zal het LIV naar verwachting jaarlijks afnemen. Over het jaar 2017 is er sprake van een voordeel van € 58.000.
Het lage inkomensvoordeel (LIV) wordt ook over 2018 verwacht. Vanwege een dalend aantal werknemers met een SW status, een dalend aantal arbeidsuren per werknemer en stijgende CAO lonen zal het LIV naar verwachting jaarlijks afnemen. Over het jaar 2018 wordt een voordeel verwacht van € 50.000. Het LIV 2018 wordt in 2019 definitief berekend en ontvangen.

7.3 Arbeidsparticipatie Re-integratie Voordeel € 100.000
Op basis van de uitgaven aan re-integratie over het eerste half jaar, is de verwachting dat er in totaal over 2018 minder wordt uitgegeven dan begroot. De uitstroom lijkt in vergelijking met 2017 op hetzelfde niveau te zijn. De verwachting was dat er hogere financiële inspanningen nodig waren om tot uitstroom te komen. Deze verwachting lijkt -in ieder geval voor wat betreft de eerste helft van 2018- niet juist. Daarnaast zijn er minder uitgaven aan loonwaardemetingen. De regeling hiervoor is aangepast, zodat loonwaardemetingen niet per definitie jaarlijks maar flexibel mogen worden afgenomen. Voorgesteld wordt het budget voor de tweede helft 2018 af te ramen met € 100.000.

7.4 Re-integratie vergunninghouders Budgetoverheveling
Voor de re-integratie van vergunninghouders zijn in 2016 en 2017 incidenteel gelden toegekend vanuit het Rijk. Vanaf 2018 worden geen extra middelen toegekend, terwijl de uitgaven voor deze groep vergunninghouders zich niet beperken tot één of twee jaar. Het overschot van 2017 is destijds overgeheveld naar 2018. Om ook de komende tijd nog de extra inspanningen te kunnen verrichten die nodig zijn, wordt voorgesteld het overschot over te hevelen naar de begroting voor 2019. Hiertoe wordt bij de jaarrekening 2018 een verzoek tot budgetoverheveling ingediend.
Bij de evaluatie van het plan van aanpak (voorzien in 2019) wordt onderzocht welke kosten structureel nodig blijven ten behoeve van de participatie en integratie van vergunninghouders.

7.5 Maatwerk dienstverlening 18+ PGB Voordeel € 30.000
Op basis van de huidige prognoses van het SVB voor 2018 is de verwachting dat wij minder kwijt zijn aan pgb's dan begroot. Dit is een gevolg van de daling in het aantal budgethouders pgb in 2017 en 2018, met name voor de Hulp bij het Huishouden. De daling is te verklaren door de invoering van de algemene voorziening Hulp bij het Huishouden, waardoor de HH1-maatwerkvoorziening is komen te vervallen. In 2017 is daarom het pgb-budget 18+ al naar beneden bijgesteld en voor 2018 kan dit nog verder worden bijgesteld.

7.6 Eigen bijdrage Wmo Voordeel € 50.000
De impactanalyse van het CAK geeft aan dat wij in 2018 meer aan eigen bijdrage Wmo ontvangen dan begroot.

7.7 Wijkteam SKT Voordeel € 6.000
De uitgaven voor het SKTvan de afgelopen jaren laten zien dat er minder budget nodig is dan begroot. Het budget kan daarom naar beneden worden bijgesteld.

7.8 Maatwerkdienstverlening 18- Individuele zorg Nadeel € 100.000
In de eerste bestuursrapportage hebben wij aangegeven dat we een kosten stijging voor jeugd verwachten. Op basis van de huidige zorgvraag verwachten wij een stijging van de kosten met 2,3% bij de ingekochte zorg (zorg in natura). In 2018 zijn wij gebruik gaan maken van het nieuwe inkoopmodel (inkoop op basis van resultaat). Vergelijking van zorggebruik en daarmee kostenniveau met 2017 en eerder is daardoor niet mogelijk. Hierdoor moeten wij voorzichtig ramen bij jeugd.
In de eerste bestuursrapportage 2018 is aangegeven dat er in ieder geval € 4.350.000 nodig is voor jeugdhulp in natura. De verwachting voor 2018 is dat er een nadeel ontstaat van € 100.000.

7.9 Kadernota transformatie Budgetoverheveling
Bij de behandeling van de kadernota voor de transformatie in het sociaal domein 'Dichterbij de Kern' is er € 50.000 aangevraagd om samen met de stakeholders in Dalfsen te komen tot een uitvoeringsprogramma. Door personele wisselingen is dit budget nog niet uitgegeven. De verwachting is dat dit in 2019 wel uitgegeven gaat worden. Bij de jaarrekening zullen we met een overhevelingsverzoek komen.

7.10 Innovatieve preventie projecten welzijn Voordeel € 135.000
Binnen het toekomstgericht welzijnsbeleid is in 2017 de subsidieregeling innovatieve preventieprojecten gestart. Voor deze regeling is jaarlijks € 250.000 gereserveerd. In het eerste jaar zijn er voldoende aanvragen ingediend, maar voldeden niet alle aanvragen aan de gestelde voorwaarden. Met name de voorwaarde om aantoonbaar te besparen op zorgkosten was een lastig punt. Voor 2018 zorgt dit binnen deze regeling voor een voordeel van € 135.000.

7.11 Volksgezondheid - Consultatiebureaus Voordeel € 10.000
Bij het opstellen van de begroting is er vanuit gegaan dat de huur voor één van de locaties exclusief schoonmaakkosten is. De schoonmaak blijkt toch in de huur te zijn opgenomen. Dit budget kan derhalve komen te vervallen.

7.12 Gezondheidszorg vergunninghouders Voordeel € 24.000
In voorgaande jaren werd de (aanvullende) preventieve gezondheidszorg gericht op vergunninghouders afzonderlijk gefactureerd. In 2018 is dit verwerkt in de inwonersbijdrage. De daarvoor begrote middelen zijn voldoende. Dit budget kan daarom vervallen.

7.13 Zorgmiddelen onderwijs Nadeel € 48.000
Vanaf 2018 zijn er ondersteuningsmiddelen voor het uitvoeren van de vroegsignalering en preventie vanuit de gemeente voor het basisonderwijs vervallen. Omdat het onderwijs een belangrijke partner is binnen de ontwikkelingen in het sociaal domein, op het gebied van zorg, willen we nieuwe afspraken maken met het onderwijs. Om recht te doen aan de te voeren gesprekken met het onderwijs en het late tijdstip waarop het onderwijs dit is medegedeeld, zijn in 2018 alsnog aan basisscholen een deel van deze middelen beschikbaar gesteld.

7.14 Wmo-vervoer Nadeel € 37.000
Bij de regionale aanbesteding Wmo-vervoer met de gemeenten Hardenberg, Olst-Wijhe en Ommen, voor de periode 1 januari 2017 tot 1 augustus 2019, heeft de gemeente Olst-Wijhe ook het leerlingenvervoer ingebracht. De gekozen afrekensystematiek met 1 tarief per reizigerskilometer is hierdoor nadelig voor het leerlingenvervoer en voordelig voor het Wmo-vervoer met een fors financieel nadeel voor de gemeente Olst-Wijhe tot gevolg. Door de grote hoeveelheid ingebrachte kilometers van het leerlingenvervoer in Olst-Wijhe profiteren de gemeenten Ommen, Hardenberg en Dalfsen van een laag kilometertarief. Met de betrokken gemeenten hebben wij afgesproken dat wij een bijdrage zullen leveren in het nadelig resultaat van Olst-Wijhe. Vanuit de provincie Overijssel is toegezegd om Olst-Wijhe voor de gehele contractperiode een subsidie toe te kennen. Naar verwachting is deze subsidie niet toereikend om de bijdragen van de andere gemeenten te compenseren.